- gemiddeld
- {{gemiddeld}}{{/term}}1 〈bijvoeglijk naamwoord〉 moyen 〈v.: moyenne〉; 〈bijwoord〉 en moyenne♦voorbeelden:1 de gemiddelde Nederlander • le Hollandais moyenhij werkt gemiddeld 3 dagen per week • il travaille en moyenne 3 jours par semainehet gemiddelde • la moyenne
Deens-Russisch woordenboek. 2015.